top of page

Geschiedenis

 

Een kleine geschiedenis van dispuut Fred


Er scharrelde eens een pluizige Fret rond op aarde. Een ratachtig doch snoezig beest. Hij was een echte ontdekker. Hij verwonderde zich vaak over de plekken waar hij rondsnuffelde. Hij had een uitzonderlijke liefde voor groen. Zijn leven was een jacht naar schoonheid.  

Tot er jacht op hém gemaakt werd. Een schot in de verte. Pijn. Die nacht was het heel donker. Geen ster durfde zich te laten zien.

Een week later stond hij op Marktplaats, de pluizige Fret.  Doodleuk met zijn bekje nog open van de schrik. Keurig op een boomstammetje gemonteerd. Alsof hij nooit geleefd had.

In Utrecht klikte de eerste voorzitter van dispuut Fred op het dier. (Een eurootje of tien. Dat kon de dispuutskas wel missen. En dat velletje, nog zó volmaakt!)  Fret vond Fred. Verpakt in wc-papier werd hij bezorgd in een Utrechts studentenhuis. Het van schrik open gevallen bekje van de Fret veranderde in een lichte glimlach. Tenminste, zo plachten de oud-leden dat te vertellen.  

Rebecca Bol, die eerste dispuutsvoorzitter, riep samen met Loïs Bronkhorst Fred  in het leven. We schrijven  2011. Een dispuut waarin verwondering het centrale woord moest zijn. Waarin creativiteit vrij baan zou krijgen. Een dispuut met een uitzonderlijke liefde voor groen.

Bol & Bronkhorst doopten het Fred. Omdat het eens afgelopen moest zijn met al die dure Latijnse namen. Fred is gewoon Fred. Daar kun je je een schilder bij voorstellen. Of een bouwvakker. Of een ratachtig doch snoezig dier, want dat is maar één letter verschil.

Het eerste jaar Fred was een jaar van ontdekken. Wie zijn we als groep? Hoe zoeken we samen naar wat God wil met ons leven? Dat deden we onder het jaarthema ‘thuis’. We kwamen iedere donderdag samen in het verenigingsgebouw van Stichting Emma - een groen gekalkt gebouw naast het spoor. Er stonden geneeskrachtige planten in de tuin, die je niet aan mocht raken. Eens in de zoveel tijd werd er tegenover ons een workshop naaktdansen gehouden.  

Bij zo’n idealistische club hoort natuurlijk fikse propaganda voor wereldvrede. Overal waren kaartjes met duiven erop te vinden. Op een prikbord hing een lijst waarin ‘vrede’ in alle talen stond. Wat bleek? Fred is Zweeds voor vrede.

Hiermee werd onze fascinatie voor Zweden geboren. We bestelden –jawel, weer via marktplaats – een voorzittershamer uit Zweden. We aten zo vaak als we konden gehaktballen van de Ikea. We besloten voortaan Midzomernachtfeest te vieren en jaarlijks om de meiboom te dansen op de langste dag van het jaar, zoals de Zweedse  gewoonten voorschrijven.

Inmiddels was het 2012. Het was  bestuur Van Steinvoorn die deze Zweedse gevoelens aanwakkerde. Het jaarthema werd van ‘thuis’, ‘overal'. Fred had zichzelf gevonden, en het was nu tijd om eens rond te snuffelen in de wereld daarbuiten.

We kregen intensief contact met Viakunst, de Utrechtse kunstvereniging. Creatieve mensen, waarmee goede gesprekken te voeren waren. We begonnen de Brouwerij, ochtenden waarop we onder het genot van koffie met studie- en huisgenoten gingen praten over de zin des levens. 
Binnen het dispuut gingen we ons meer richten op gebed, op praktisch christen zijn, op vrede brengen in een wereld vol verdriet en leegte.

Omdat er veel was veranderd koos bestuur Nitrauw ‘repetitie’ als jaarthema. Want herhaling is de beste leermeester. Nitrauw was als voorzitter niet vies van een snufje autoriteit gemengd met handhaving van het Ancien Regime. (Het is waarom hij zich opwerkte tot algemeen bestuurslid anno nu).

Zo kwam Fred sterk in zijn schoenen te staan. De ooit avontuurlijke Fret stond natuurlijk altijd al stevig op zijn houtblokje. Dat moeten we niet vergeten. Maar toch leek het alsof hij eind vorig jaar zijn rug wat gerecht had.  Tenminste, dat zeggen de oud-leden, als ze zich met een glaasje groene ranja zich verwonderen over wat Fred geworden is.

 Door Rianne Oosterom, Nestor van Bestuur Van Steinvoorn (2012-2013)

 

 

bottom of page